Net als zijn grotere broer Fez is de koningsstad Meknes meer dan het bezoeken waard. Het is van alle koningssteden de minst bezochte stad. Jammer… Of juist niet? Ook in deze mooi stad waren we in de winter.
Ideaal: het is niet te warm, niet te veel toeristen en nog belangrijker de dagelijkse wandel en handel van de lokale Marokkanen krijg je hier nog echt mee! Wij hebben vanuit Fez een dagtrip gemaakt naar Meknes. Wij hebben de trein gepakt.
Treinreis
Fez en Meknes liggen maar 53 kilometer uit elkaar en zijn daarom prima met de trein te bereizen. Er gaan meerdere treinen per dag en de reis duurt meestal iets meer dan een uurtje. De treinkaartjes kun je direct op het station kopen of online bestellen via de website van de Marokkaanse spoorwegen, de ONCF. De trein kost maar een paar euro.
Het station ligt net buiten de medina van Fez. Wij zijn er in de ochtend heengelopen, maar je kunt ook voor 20 dirham een taxi pakken. In Meknes stap je ook net buiten het centrum uit en loop je eenvoudig in twintig minuten naar het centrale plein: Place el Hedim. Vanaf dit punt bezoek je alle highlights van Meknes, zoals de souks, de Bab Mansour-poort en het achterliggende paleis.
Eerlijk gezegd verwachtten wij een oude en vieze trein. Maar dit bleek helemaal niet zo te zijn. De trein zag er prima en modern uit en had zelfs een airco. De treinreis zelf is niet zo bijzonder. Al is het altijd leuk om vanuit een comfortabele stoel het landschap aan je voorbij te zien trekken. Vooral op de momenten dat je door de voorsteden en buitenwijken van Fez en Meknes rijdt, is er genoeg van het dagelijkse leven van de locals te zien.
Meknes in een middag
Wij hebben er vooral voor gekozen om lekker rond te lopen door Meknes en te ervaren hoe de mensen er wonen en leven. Een middagje Meknes is genoeg om een goede indruk te krijgen van deze stad. We startten de dag op Place el Hedim. Omdat wij in de winter waren, was het er niet té druk.
Vanaf een terrasje hebben we gekeken naar alles wat voorbijkwam. Locals gingen er op de foto met apen, kinderen reden een rondje op een struisvogel en ook hier waren weer intimiderende slangenbezweerders actief.
Al snel werd onze aandacht getrokken door de straatverkopers die bij de ingang van de souk sandalen en kleding aan het verkopen waren. Tijd dus om de souk van Meknes te verkennen. Deze souk is veel authentieker dan de grotere broer in Fez. Waarom? Hier komen veel minder toeristen, waardoor je er heel andere koopwaar aantreft. Leuk? Meestal wel. Al vonden we de bungelende kamelenkop boven een slagerskraam net iets te veel van het goede.
Andere Meknes-hoogtepunten
In de middag zijn we langsgegaan bij Bab Mansour-poort. Deze poort is een van de bekendste en grootste van Afrika. Je kunt het niet missen. Vooral de imposante mozaïek en grote hoeveelheden marmer zijn overweldigend. Verder bezochten we de in 1350 gebouwde Islamitische school Bou Inania Madrasa. Een museum op zich door het mooie, fijne houtsnijwerk en tegelwerk. Loop vooral ook even naar boven, dan word je beloond met een mooi uitzicht op het oude Meknes.
In dezelfde kenmerkende stijl is het mausoleum van Moulay Ismail opgetrokken. Wat deze mullah zo bijzonder maakt, dat hij een eigen mausoleum verdient? Hij is de stichter van de stad, een grote jongen dus. Het oude centrum beschikt nog steeds over haar stadswallen. De Marokkanen vinden deze Koningsstad zo mooi, dat ze het ‘t ‘Versailles van Marokko’ noemen. En hierin krijgen ze bijval van UNESCO, die de stad in 1996 tot werelderfgoed verklaarde.
Het laatste uurtje
We hadden nog een uurtje over voordat onze trein weer terugging naar Fez. We hadden wel even genoeg van de hectiek van het oude stadscentrum. Daarom wandelden we naar het Norias Bassin. Letterlijk een oase van rust in de stad, waar locals komen om te ontspannen. Je vindt het waterbassin naast de koninklijke stallen. Een leuke afwisseling om een andere kant van de stad te leren kennen.
This entry was posted in Marokko, Meknes